Een persoonlijk verhaal van verpleegkundig specialist en moeder Paulien van der Aa-Boogaers
Gelijkheid is een hele mooie term, die vaak in één en dezelfde zin gebruikt wordt met de woorden mannen en vrouwen. We zijn immers allemaal mensen. Elk mens heeft evenveel rechten en plichten, ongeacht ras, leeftijd, afkomst en dus ook sekse. Waarom voelt het dan toch alsof je 1-0 achter staat als je als vrouw op deze aarde gebombardeerd wordt? Het zijn stiekem toch nog vaak de mannen die hoge functies bekleden en die hoger aanzien en salaris genieten dan vrouwen.
Als ik vertel dat ik cum laude ben afgestudeerd als verpleegkundig specialist en daarbij werk in een huisartsenpraktijk krijg ik regelmatig de opmerking: ‘oh, dus jij bent diegene die mijn oren uitspuit als ik niets meer kan horen?’ Met een zucht vraag ik me dan vaak af hoe ik mijn functie duidelijk kan maken. Daarbij flitsen herinneringen door mijn hoofd: van die keer dat ik een patiënt dormicum moest geven die terminaal ziek was en nooit meer wakker zou worden, die keer dat ik voor de praktijk iemand aan het reanimeren was op de grond, al die keren dat ik spiralen plaatste en daarmee hele intieme gesprekken voer met allerlei verschillende vrouwen, die keer dat een vrouw haar hart uitstortte en me vertelde dat ze op dit moment acuut suïcidaal was en ik moest ingrijpen, die keer dat ik na sluitingstijd nog een voet stond te hechten, die keer dat ik vriendelijk doch kordaat werd verzocht om morfine voor een verslaafde voor te schrijven en ik me in een onveilige werksituatie bevond, die keer dat ik iemand thuis op de grond vond met een gebroken heup en die keer dat ik iemand met pijn op de borst zo snel mogelijk op de SEH terecht moest zien te krijgen. Het is mensen ook niet aan te rekenen dat ze niet precies weten wat een verpleegkundig specialist is en/of doet, daar het in Nederland nog een behoorlijk ondergeschoven functie is. Dat ik in mijn dagelijkse leven fungeer als – toch op zijn zachtst gezegd – tweederde huisarts resoneert niet bij mensen en is blijkbaar ook niet aan mij af te zien. Begrijp me niet verkeerd, ik hoef geen credits voor alles wat ik doe tijdens mijn werk, want dat is mijn passie, maar het doet daarentegen toch wel pijn dat ik vaak als DE assistente wordt aangezien (no offense tegen de lovely assistentes die mijn dagen redden, echt, jullie zijn helden!) puur vanwege het feit dat ik jong ben en vrouw. Want: de dokter, de baas, is een man. Alle vrouwen die op de praktijk rondlopen kunnen toch lang niet zo medisch onderlegd en getalenteerd zijn als een man, een huisarts.
Inmiddels ben ik dan ook een werkende moeder en zelfs kostwinner thuis! Nog zoiets waar ik veel nachten over wakker heb gelegen en goed over heb nagedacht. Toen ik met mijn zwangere buik aan het werk was, werd er regelmatig aan me gevraagd of ik nog wel terug kwam na mijn verlof. Ik begreep deze vraag in het begin vaak niet, maar toen ik doorvroeg zei een vrouw: ´je komt toch niet terug na je verlof? Of ben jij zo´n werkende moeder die haar kind vervolgens de hele week bij opa/oma of de opvang achterlaat?´. Daar moest ik toch wel even van slikken. Na een tijdje ging ik mij toch afvragen of dat inderdaad het pad is wat er voor mij is uitgestippeld toen ik als vrouw op de wereld werd gezet. En betekent dat dan ook dat ik een slechte moeder ben als ik én een kind wil én een carrière waar ik mijn hele leven voor heb gezwoegd en gestudeerd? Bovendien verkeer ik nou eenmaal niet in de luxe positie dat er thuis één van de twee zijn/haar baan op kan zeggen. Maar belangrijker nog is dat ik dat niet zou willen.
Inmiddels voel ik alleen nog maar meer de drive om mijn functie een bepaalde plaats in de maatschappij te geven en daarnaast ook wat meer op te komen voor vrouwen. Ik wil mijn dochter laten zien dat haar moeder haar boontjes zelf dopt én hard heeft gewerkt om te bereiken wat ze wil, maar dat dit niet betekent dat ik er niet voor haar kan zijn. Haar moeder is een zelfstandige vrouw en heeft daar hard voor gewerkt. Bovendien zijn zowel haar vader als moeder gelijk. Want ook haar vader is één dag in de week thuis en heeft taken in het huishouden (zoals koken en stofzuigen). Was het overal maar zo!
Het zou mooi zijn als alle vrouwen dit meekrijgen of meegeven aan hun kinderen zodat de kloof van ongelijkheid stukje bij beetje steeds meer kan worden gedicht.
Paulien van der Aa – Boogaers